We moeten vroeg op vandaag want de ferry vertrekt om 7:30u en we moeten er 2 uur op voorhand zijn. Gelukkig zijn de hotels hier in Port Hardy daarop voorzien en krijgen we een ontbijt om mee te nemen.
We komen om 5:30u aan en er staan al heel wat auto's aan te schuiven. De meesten daarvan doen de volledige Inside Passage tot Prince Rupert, maar wij gaan van de boot in Bella Bella, een onooglijk dorp op 5 uur varen van Port Hardy.
Daarom mogen we in een andere rij aanschuiven en kunnen helemaal tot vooraan doorrijden. Na amper 20 minuten en controle van de diverse documenten, rijden we al binnen in de buik van onze boot, de Northern Expedition.
Het is nog behoorlijk koud zo vroeg op de morgen en we gaan eerst nog wat binnen zitten genieten van het uitzicht.
De boot vertrekt precies om 7:30u. Het is een bijzonder comfortabele boot.We namen die vroeger ook al eens toen we de Inside Passage deden van Prince Rupert naar Port Hardy en toen zagen we de volle 15 uur helemaal niets van de mooie omgeving omwille van het slechte weer. Vandaag zien we echter enkel blauwe lucht, dat zal dus helemaal iets anders worden dan enkele jaren geleden.
Als we echter na zowat een uur varen in open zee terechtkomen, steekt er plots een zeemist op en zien we niets meer. Veel is er op dat moment toch niet te zien, wegens te ver van de oevers.
Zowat de voltallige boot beslist dan maar om wat slaapuurtjes in te halen en sommigen doen dat op de meest bizarre plaatsen, gewoon naast de deur om naar het dek te gaan.
Na een uur verdwijnt de mist als sneeuw voor de zon en we kunnen opnieuw genieten van de omgeving.
Om 13u komen we aan in Bella Bella, in de McLoughlin Bay 'terminal'...
Hier rijden we gewoon van de boot en gaan opnieuw in de korte rij staan om onze volgende boot te nemen, de Nimpkish, eigenlijk een gewone platbodem ferry waar er slechts 15 auto's op kunnen en die volgend jaar uit de vaart genomen wordt.
We hebben er op internet vernietigende kritieken over gelezen en we zijn bang dat de volgende 9 uren een ware helletocht gaan worden.
Als de Northern Expedition uit de "haven" vaart, komt de "mighty Nimpkish", zoals een bemanningslid schamper zei, aangevaren. Oei, dat ziet er inderdaad niet al te groot uit.
Bovendien zijn er geen echte voorzieningen aan boord, zoals warm eten. Er is wel gedurende de ganse vaart gratis koffie, tee, cookies, fruit en water.
We rijden aan boord en maken na 5 minuten al kennis met zowat alle passagiers (30) en bemanningsleden. Dat zijn immers onze lotgenoten voor de volgende 9 uren.
Eerste stopplaats, na zowat een halfuur varen, is Shearwater, een onooglijke plaats waar er slechts enkele mensen wonen die leven van de visvangst.
De stop is kort en na 10 minuten kiezen we opnieuw het ruime sop.
Tot nog toe valt de Nimpkish wonderwel mee, meer zelfs, het is zalig om met deze boot, bij dit weer en deze spiegelgladde zee, te varen. Het is precies of de boot is van ons en alle passagiers. De kapitein laat ons ook al weten dat hij zal uitkijken naar wildlife en vraagt of wij dat ook gaan doen.
En na een halfuur zien we al een zwarte beer. Die kunnen trouwens ook bruin van kleur zijn, maar zijn te herkennen aan het ontbreken van de bochel net achter de kop. Grizzly's hebben wél dergelijke bochel.
En 10 minuten later onze eerste walvis.
We varen door een onwaarschijnlijk mooie omgeving en het is de ganse tijd puur genieten van op dek. Enkele passagiers die met een camper reizen hebben zelfs al de plooistoeltjes bovengehaald en zitten gewoon te socializen.
Een halfuur later is het weeral prijs en komt een ganse school white sided dolphins ons vergezellen.
Wat een snelheid kunnen die dieren halen en hoe prettig vinden ze het om in de golfslag van de boot te spelen.
We varen nu naar Ocean Falls, een spookdorp waar vroeger 5.000 mensen werkten in de houtindustrie en bij de dam. Nu wonen er nog zo'n 20 wereldvreemden.
Het personeel van de houtfabriek kreeg destijds zelfs gratis en voor niets een, niet bepaald slecht gelegen huis, om in te wonen.
We komen er aan om 18u en worden begroet door de zeemeermin van het vroeger bruisende stadje.
Het grote witte gebouw zou destijds zelfs het tweede grootste hotel ten noorden van San Francisco geweest zijn. Al hebben we daar, eerlijk gezegd, toch wel wat twijfels over... In elk geval blijft er nu zo goed als niets meer van over. Als het hotel verlaten werd, werd trouwens de ganse inboedel achtergelaten, inclusief bestekken, meubilair, kortom alles. Het opnieuw naar de bewoonde wereld brengen zou meer gekost hebben dan alles gewoon laten staan.
Datzelfde verhaal hoorden we overigens 2 jaar geleden ook over de Bonanza Mine in Alaska.
Twee Indiërs (uit Chicago) gaan hier van boord en hebben geen flauw idee wat hen hier te wachten staat en hebben er al precies wat spijt van dat ze aan dit onbekend avontuur begonnen zijn.
We kunnen kort eens rondlopen en ik sla een "praatje" met een inwoner van Ocean Falls. Onnodig te zeggen dat dit niet de meest "normale" mensen zijn (of misschien zijn zij het net wél...) en op mijn vraag hoe is het om in Ocean Falls te wonen, antwoordt hij "It's great and I don't give a shit about what's happening in the crazy world". Ik denk dat dit het best weergeeft welk leven die mensen hier leiden. Ver weg van alles, ver weg van alle "shit in the world"...
We vertrekken na een vijftiental minuten opnieuw, naar onze finale bestemming, Bella Coola en dat is toch nog zo'n 6 uur varen.
Maar wie maalt daarom? Wij alvast niet. We zijn ook volop aan de praat geraakt met 2 bijzonder sympathieke huisartsen uit het Nederlandse Den Bosch, Jos en Janneke.
We laten Bella Coola achter ons en varen opnieuw de pure wildernis in. Hier woont tientallen kilometers ver geen enkele levende, menselijke, ziel.
Eigenlijk vliegt de tijd voorbij en als we een volgende walvis zien, draait de kapitein zelfs gewoon de boot om, om hem beter te kunnen zien. Gewoon fantastisch toch, ik zie het in het hectische Europa nog niet snel gebeuren...
We varen langs het gedenkteken van McKenzie, de eerste persoon van wie geweten is dat hij hier voorbij kwam gevaren, begin de jaren 1700. Hij heeft zelfs enkele woorden in de rotsen gebeiteld, die nu nog altijd goed zichtbaar zijn.
Ook hierover geeft de kapitein uitleg en vaart er gewoon naartoe.
Het is inmiddels tijd geworden voor het avondeten, alleen...wij zijn daar helemaal niet op voorzien...
Maar, met Jos en Janneke is dat helemaal geen probleem. Zij maken een bijzonder lekkere salade klaar in hun camper en Jos komt dan naar het bovendek roepen "diner is served". De kampeerstoeltjes staan al lekker klaar met zicht op zee (veel dichter kunnen we niet zitten).
Als we aan het eten zijn, komt Jos, met uitgelezen gezicht en met de handdoek over de geplooide arm, vragen "is everything ok?". Schitterend toch die sfeer op dergelijk kleinschalige boot. Inmiddels kent iedereen iedereen en er worden heel wat reiservaringen uitgewisseld. Voor ons mag die boottocht gerust nog enkele uurtjes duren.
Het is een zalige temperatuur en zowat iedereen staat met elkaar te keuvelen aan dek. Eén van de bemanningsleden doet deze tocht al meer dan 30 jaar en die heeft dan ook heel wat anecdotes te vertellen.
Tel daarbij deze omgeving en de dag kan gewoon niet meer stuk. We krijgen er bovendien ook nog een alpenglow bij én een en zo goed als volle maan.
En om het daglicht af te sluiten...
Maar zelfs nu, om 23u staan we nog aan dek. Pas later begint het af te koelen en gaan de meesten naar binnen. Maar ook daar is het genieten van de pracht van deze natuur, pure wildernis is dit, met geen enkele vorm van menselijke aanwezigheid.
We komen iets na middernacht aan in het hotel en vallen als een blok in slaap.
Het weer: opnieuw geen wolkje aan de lucht bij 20-25°C
Overnachting in The Cumbrian Inn
Aantal gereden km: 12
We komen om 5:30u aan en er staan al heel wat auto's aan te schuiven. De meesten daarvan doen de volledige Inside Passage tot Prince Rupert, maar wij gaan van de boot in Bella Bella, een onooglijk dorp op 5 uur varen van Port Hardy.
Daarom mogen we in een andere rij aanschuiven en kunnen helemaal tot vooraan doorrijden. Na amper 20 minuten en controle van de diverse documenten, rijden we al binnen in de buik van onze boot, de Northern Expedition.
Het is nog behoorlijk koud zo vroeg op de morgen en we gaan eerst nog wat binnen zitten genieten van het uitzicht.
De boot vertrekt precies om 7:30u. Het is een bijzonder comfortabele boot.We namen die vroeger ook al eens toen we de Inside Passage deden van Prince Rupert naar Port Hardy en toen zagen we de volle 15 uur helemaal niets van de mooie omgeving omwille van het slechte weer. Vandaag zien we echter enkel blauwe lucht, dat zal dus helemaal iets anders worden dan enkele jaren geleden.
Als we echter na zowat een uur varen in open zee terechtkomen, steekt er plots een zeemist op en zien we niets meer. Veel is er op dat moment toch niet te zien, wegens te ver van de oevers.
Zowat de voltallige boot beslist dan maar om wat slaapuurtjes in te halen en sommigen doen dat op de meest bizarre plaatsen, gewoon naast de deur om naar het dek te gaan.
Na een uur verdwijnt de mist als sneeuw voor de zon en we kunnen opnieuw genieten van de omgeving.
Om 13u komen we aan in Bella Bella, in de McLoughlin Bay 'terminal'...
Hier rijden we gewoon van de boot en gaan opnieuw in de korte rij staan om onze volgende boot te nemen, de Nimpkish, eigenlijk een gewone platbodem ferry waar er slechts 15 auto's op kunnen en die volgend jaar uit de vaart genomen wordt.
We hebben er op internet vernietigende kritieken over gelezen en we zijn bang dat de volgende 9 uren een ware helletocht gaan worden.
Als de Northern Expedition uit de "haven" vaart, komt de "mighty Nimpkish", zoals een bemanningslid schamper zei, aangevaren. Oei, dat ziet er inderdaad niet al te groot uit.
Bovendien zijn er geen echte voorzieningen aan boord, zoals warm eten. Er is wel gedurende de ganse vaart gratis koffie, tee, cookies, fruit en water.
We rijden aan boord en maken na 5 minuten al kennis met zowat alle passagiers (30) en bemanningsleden. Dat zijn immers onze lotgenoten voor de volgende 9 uren.
Eerste stopplaats, na zowat een halfuur varen, is Shearwater, een onooglijke plaats waar er slechts enkele mensen wonen die leven van de visvangst.
De stop is kort en na 10 minuten kiezen we opnieuw het ruime sop.
Tot nog toe valt de Nimpkish wonderwel mee, meer zelfs, het is zalig om met deze boot, bij dit weer en deze spiegelgladde zee, te varen. Het is precies of de boot is van ons en alle passagiers. De kapitein laat ons ook al weten dat hij zal uitkijken naar wildlife en vraagt of wij dat ook gaan doen.
En na een halfuur zien we al een zwarte beer. Die kunnen trouwens ook bruin van kleur zijn, maar zijn te herkennen aan het ontbreken van de bochel net achter de kop. Grizzly's hebben wél dergelijke bochel.
En 10 minuten later onze eerste walvis.
We varen door een onwaarschijnlijk mooie omgeving en het is de ganse tijd puur genieten van op dek. Enkele passagiers die met een camper reizen hebben zelfs al de plooistoeltjes bovengehaald en zitten gewoon te socializen.
Een halfuur later is het weeral prijs en komt een ganse school white sided dolphins ons vergezellen.
Wat een snelheid kunnen die dieren halen en hoe prettig vinden ze het om in de golfslag van de boot te spelen.
We varen nu naar Ocean Falls, een spookdorp waar vroeger 5.000 mensen werkten in de houtindustrie en bij de dam. Nu wonen er nog zo'n 20 wereldvreemden.
Het personeel van de houtfabriek kreeg destijds zelfs gratis en voor niets een, niet bepaald slecht gelegen huis, om in te wonen.
We komen er aan om 18u en worden begroet door de zeemeermin van het vroeger bruisende stadje.
Het grote witte gebouw zou destijds zelfs het tweede grootste hotel ten noorden van San Francisco geweest zijn. Al hebben we daar, eerlijk gezegd, toch wel wat twijfels over... In elk geval blijft er nu zo goed als niets meer van over. Als het hotel verlaten werd, werd trouwens de ganse inboedel achtergelaten, inclusief bestekken, meubilair, kortom alles. Het opnieuw naar de bewoonde wereld brengen zou meer gekost hebben dan alles gewoon laten staan.
Datzelfde verhaal hoorden we overigens 2 jaar geleden ook over de Bonanza Mine in Alaska.
Twee Indiërs (uit Chicago) gaan hier van boord en hebben geen flauw idee wat hen hier te wachten staat en hebben er al precies wat spijt van dat ze aan dit onbekend avontuur begonnen zijn.
We kunnen kort eens rondlopen en ik sla een "praatje" met een inwoner van Ocean Falls. Onnodig te zeggen dat dit niet de meest "normale" mensen zijn (of misschien zijn zij het net wél...) en op mijn vraag hoe is het om in Ocean Falls te wonen, antwoordt hij "It's great and I don't give a shit about what's happening in the crazy world". Ik denk dat dit het best weergeeft welk leven die mensen hier leiden. Ver weg van alles, ver weg van alle "shit in the world"...
We vertrekken na een vijftiental minuten opnieuw, naar onze finale bestemming, Bella Coola en dat is toch nog zo'n 6 uur varen.
Maar wie maalt daarom? Wij alvast niet. We zijn ook volop aan de praat geraakt met 2 bijzonder sympathieke huisartsen uit het Nederlandse Den Bosch, Jos en Janneke.
We laten Bella Coola achter ons en varen opnieuw de pure wildernis in. Hier woont tientallen kilometers ver geen enkele levende, menselijke, ziel.
Eigenlijk vliegt de tijd voorbij en als we een volgende walvis zien, draait de kapitein zelfs gewoon de boot om, om hem beter te kunnen zien. Gewoon fantastisch toch, ik zie het in het hectische Europa nog niet snel gebeuren...
We varen langs het gedenkteken van McKenzie, de eerste persoon van wie geweten is dat hij hier voorbij kwam gevaren, begin de jaren 1700. Hij heeft zelfs enkele woorden in de rotsen gebeiteld, die nu nog altijd goed zichtbaar zijn.
Ook hierover geeft de kapitein uitleg en vaart er gewoon naartoe.
Het is inmiddels tijd geworden voor het avondeten, alleen...wij zijn daar helemaal niet op voorzien...
Maar, met Jos en Janneke is dat helemaal geen probleem. Zij maken een bijzonder lekkere salade klaar in hun camper en Jos komt dan naar het bovendek roepen "diner is served". De kampeerstoeltjes staan al lekker klaar met zicht op zee (veel dichter kunnen we niet zitten).
Als we aan het eten zijn, komt Jos, met uitgelezen gezicht en met de handdoek over de geplooide arm, vragen "is everything ok?". Schitterend toch die sfeer op dergelijk kleinschalige boot. Inmiddels kent iedereen iedereen en er worden heel wat reiservaringen uitgewisseld. Voor ons mag die boottocht gerust nog enkele uurtjes duren.
Het is een zalige temperatuur en zowat iedereen staat met elkaar te keuvelen aan dek. Eén van de bemanningsleden doet deze tocht al meer dan 30 jaar en die heeft dan ook heel wat anecdotes te vertellen.
Tel daarbij deze omgeving en de dag kan gewoon niet meer stuk. We krijgen er bovendien ook nog een alpenglow bij én een en zo goed als volle maan.
En om het daglicht af te sluiten...
Maar zelfs nu, om 23u staan we nog aan dek. Pas later begint het af te koelen en gaan de meesten naar binnen. Maar ook daar is het genieten van de pracht van deze natuur, pure wildernis is dit, met geen enkele vorm van menselijke aanwezigheid.
We komen iets na middernacht aan in het hotel en vallen als een blok in slaap.
Het weer: opnieuw geen wolkje aan de lucht bij 20-25°C
Overnachting in The Cumbrian Inn
Aantal gereden km: 12
Geen opmerkingen:
Een reactie posten